Een laag omzetten in Photoshop

'Rasteren' gebruiken in Adobe Photoshop



Werken met Adobe Photoshop kan leuker zijn als u de tools begrijpt die het zijn gebruikers te bieden heeft. Enkele van de effecten zijn lijnen, schaduwen toevoegen aan het object dat u zojuist hebt getekend en rasteren. Wanneer je in Adobe Photoshop aan een laag werkt, zijn er een aantal tools die op een bepaalde laag kunnen worden gebruikt om je werk er nog beter uit te laten zien en het beste uit je werk naar boven te halen.

Hoe helpt het ‘rasteren’ van een afbeelding of vorm de ontwerper?

Ontwerpers die met Adobe Photoshop werken of nieuw zijn met ontwerpen, moeten weten dat wat u ook maakt in Adobe Photoshop, of het nu typografie of een vorm / afbeelding is, het wordt gevormd in een vectorlaag. Dit betekent dat als je deze vectorlagen goed bekijkt, de randen van het object duidelijk en zeer scherp zijn.



Door een bepaalde laag te rasteren, maak je de afbeelding / vorm bewerkbaar in een pixelformaat. Als u nu de afbeelding of vorm van dichterbij bekijkt, zult u de kleine doosachtige randen van de vorm opmerken. En als u er eenmaal voor heeft gekozen om een ​​laag te rasteren, bestaat de kans dat u de kwaliteit verliest als u deze blijft bewerken. Zorg er dus voor dat u altijd de originele laag bewaart en werk aan een duplicaat in plaats van aan dergelijke kwaliteitsfouten. En omdat ik zelf een ontwerper ben, is het werken met lagen veel gemakkelijker omdat je altijd de originele laag kunt dupliceren en de wijzigingen kunt blijven aanbrengen totdat je de output krijgt die je verwachtte.



Hoe een laag te rasteren?

Er zijn twee manieren om toegang te krijgen tot de optie voor ‘rasteren’ wanneer u aan Adobe Photoshop werkt.



  1. Open uw reeds bestaande werk op Adobe Photoshop of open een nieuw tekengebied.

    Open uw Adobe Photoshop-bestand. Ik gebruik de Adobe Photoshop CC 2018-versie

  2. Teken de vorm zoals je wilt. Of typ. Ontwerp zoals u gepland heeft.

    Teken een voorwerp. schrijf wat tekst, of importeer zelfs een slim object

  3. Nu aan de rechterkant, waar je alle lagen kunt zien. Klik met de rechtermuisknop op de laag die u wilt omzetten in pixels. Dit opent een vervolgkeuzelijst met alle instellingen en opties voor effecten die u op uw ontwerp kunt toepassen. Hier vindt u de mogelijkheid om te rasteren. Klik erop om een ​​laag te rasteren.

    Methode 1 voor het omzetten van een laag in Adobe Photoshop



  4. De tweede manier om toegang te krijgen is door de laag in het rechterpaneel te selecteren en vervolgens op de optie ‘Laag’ in de bovenste werkbalk te klikken. Er verschijnt een vervolgkeuzelijst met de optie 'rasteren'. Klik daarop voor meer instellingen voor rasteren en u bent klaar om te gaan.

    Methode 2 om toegang te krijgen tot de optie om een ​​laag te 'rasteren'

Waarom moet u een laag rasteren?

Zoals ik al eerder zei, verander je het formaat van een vectorlaag naar een pixellaag wanneer je een laag omschakelt. Aangezien alles in een vector duidelijk is wanneer u inzoomt, is dit soms niet het gewenste effect dat een ontwerper wil. Om met hun ontwerp te spelen, om het ontwerp een beetje kunstzinniger te maken, hebben sommige ontwerpers pixellagen nodig.

U tekende bijvoorbeeld een vorm in Adobe Photoshop en wilde het ‘vervormen’ effect over de vorm heen toevoegen. Maar wanneer u dit effect probeert toe te voegen aan het ontwerp dat u heeft gemaakt, verschijnt er een dialoogvenster waarin u wordt gevraagd om de laag te rasteren. Dus voor vergelijkbare effecten op Adobe Photoshop, wordt het ‘rasteren’ van de laag een verplichte handeling voor de ontwerper. Sommige filters werken mogelijk niet als u de laag niet rastert. U kunt altijd alle verschillende filters en effecten in het programma uitproberen en het verschil in de vorm ervaren voor en na het omzetten in pixels.

Moet u een laag omzetten in pixels vóór of na het toevoegen van filters?

De eisen van elke ontwerper verschillen van elkaar. Maar u moet begrijpen welk effect het rasteren van een laag voor en na het toevoegen van een filter zou hebben op de afbeelding / vorm of tekst die u zojuist hebt toegevoegd.

Stel dat u bijvoorbeeld een vorm aan uw tekengebied hebt toegevoegd, een effect over de vorm hebt toegevoegd en vervolgens de laag hebt gerasterd. Hierdoor blijven de effecten die u zojuist hebt toegevoegd, en de vorm die u hebt toegevoegd, als afzonderlijke objecten van uw werk, en blijven de effecten voor u bewerkbaar. Als u daarentegen enkele filters toevoegt nadat u een laag hebt gerasterd, worden de filters alleen toegepast op de tekst en de vorm die u hebt toegevoegd, en niet op de effecten, wat een ramp voor u kan blijken te zijn.

Slimme objecten gebruiken

Slimme objecten, maak een laag bewerkbaar terwijl de kwaliteit van de laag intact blijft. De optie voor het converteren van een afbeelding naar een slim object verschijnt vaak wanneer een specifiek filter moet worden toegepast. U kunt de optie ‘converteren naar slim object’ kiezen in plaats van op rasteren te klikken.